Ontwikkelen jullie veel software zelf?
‘Als het enigszins kan wel. Wij produceren bijvoorbeeld ook warmtepompen. Het systeem dat wij aanbieden, heeft geen bedieningsunit. Een statuslampje geeft aan of alles in orde is. We hebben er bewust voor gekozen hiervoor geen app te laten bouwen, omdat we ons dan moeten conformeren aan de regels die Apple en Google hieraan stellen voor hun app stores. Wij plaatsen een QR-code op de zijkant van de ketel. Hiermee kan de gebruiker via een wifi- chip direct inloggen op de ketel. Die chip is vrij programmeerbaar en kost minder dan € 2. Hieraan gekoppeld is een webserver, waardoor een servicemonteur ook nog allerlei zaken kan uitlezen, aanpassen en instellen.’ Cool geeft nog een voorbeeld aan de hand van een product van een concurrent, met een display voorop: ‘Hiervoor zijn zeven printplaten gebruikt. Wij gebruiken er één. Onze collega koopt hiervoor sub-assemblies in (in Azië) en moet daarom ook de aansturing van die leveranciers gebruiken. Wij kopen alleen de hardware en de aansturing in, de software ontwikkelen we helemaal zelf. Op die manier zijn we veel flexibeler. Dat kunnen we echter alleen maar doen omdat we 20 jaar geleden al de keuze gemaakt hebben dit soort processen zelf in de hand te houden.’
Werken jullie ook aan servitization?
‘Om eerlijk te zijn vind ik een abonnement op warmte een beetje marketingpraat. Natuurlijk zijn we wel bekend met het verhuren of leasen van ketels aan woningbouwverenigingen, daarvoor is het wel een goede optie. Voor installateurs telt vooral dat het onderhoud heel simpel is, maar ook dat ze het structureel kunnen blijven uitvoeren. Met de nieuwe technologieën zijn problemen in verwarmingssystemen veel eerder te signaleren, wat proactief handelen mogelijk maakt. Wij zien het alleen nog niet veel gebeuren.’ Cool ziet overigens wel een andere toepassingsvorm van digitalisering die helpt bij het verbeteren van de kwaliteit en het besparen op kosten. ‘Er zit altijd een ventilator in een ketel. Hier gaat lucht en gas doorheen. Als je de doorvoer daarvan meet, heb je een gasmeter. Als je deze data vervolgens beschikbaar maakt, heb je een slim(mer) product. Als je dit systeem dan koppelt aan het eigen huisnetwerk, kunnen er ook nog over-the-air (OTA) updates doorgegeven worden met productverbeteringen en bugfixes. Digitale techniek gebruik je dus om je product en dienst te verbeteren.’
Hoe kijk je naar de energietransitie?
‘We staan met elkaar met de energietransitie voor een belangrijke opgave. Het gaat naar ons idee namelijk nooit lukken om de acht miljoen woningen in ons land volledig te isoleren, laat staan ze full-electric, gasloos, te maken. Tegen vijftig mille per woning. Met uitzondering van nieuwbouw, zullen we dus naar hybride oplossingen moeten zoeken. Dat doen wij al, dus qua omzet gaat ons dat geen windeieren leggen. En de consument gaat energie besparen door betere en slimmere apparatuur. Alleen in extreme gevallen moet dan nog de hele woning worden geïsoleerd. Van een klassiek mechanisch maakbedrijf worden wij steeds meer een softwareontwikkelaar. Met software kun je een product dat wel al veilig en functioneel is, maar nog niet per se volledig uitontwikkeld, op de markt brengen. Ondertussen blijf je aan doorontwikkelingen werken. Via OTA updates zorg je dat die bij de geïnstalleerde apparaten komen, zonder dat je daarvoor bij de consument langs hoeft te gaan. Uiteindelijk zal vrijwel ieder klassiek mechanisch maakbedrijf eensoftwareontwikkeling moeten gaan uitvoeren.’
Wat is het voordeel voor de klant van een dergelijke ontwikkeling?
‘Uiteindelijk 80-90% gasbesparing, mits het afgiftesysteem (leidingen, radiatoren) in orde is. Is dat niet het geval, en dat zien wij vaak, dan mis je zo maar 30% performance. Je bespaart dan mogelijk wel op gas, maar zeker niet op elektriciteit. Wat daarbij wel helpt: elektratarieven die afhankelijk zijn van het moment van de dag. Als je weet wat de schommelingen zijn, kun je op een goedkoop moment op de dag voorverwarmen. Bij een warmtepomp levert dat direct veel effect op. Onze 100.000 thermostaten genereren elke 15 seconden een datadump. Van deze data kunnen we een heleboel leren en zo onze warmtepompen nog efficiënter laten werken.’