De start van Lagemaat
In 1977 startte vader Lagemaat in Heerde Lagemaat Sloopwerken als éénmanszaak. Zijn twee zoons, dochter en schoonzoon namen het bedrijf in 2004 over van hun (schoon)vader. Zij gaven destijds aan zuinig te zijn op het sloopbedrijf dat hun (schoon)vader opzette, maar dachten tegelijkertijd na over wat ze wel en niet wilden binnen het bedrijf. De nieuwe generatie investeerde meer in het ontwikkelen van kennis en kunde en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Bijvoorbeeld in de vorm van het betrekken van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt en natuurbehoud. Ze focusten minder op de groei van het bedrijf. ‘Het niet verder laten groeien van het bedrijf is de enige doelstelling die niet behaald is. Binnen tien jaar tikte Lagemaat namelijk de tweehonderd medewerkers aan’, vertelt Arend met een glimlach.
Circulariteit in beeld
‘Vanuit Europa kwam in 2015 het concept ‘circulariteit’ onder de aandacht. Dat lag in het verlengde van de doelstellingen die ze binnen Lagemaat al hadden. Het management kwam rond 2017 tot de conclusie dat Lagemaat serieus met circulariteit aan de slag moest op strategisch niveau. ‘Ik sparde al een tijdje met schoonzoon Gerd-Jan over circulariteit. We moeten in de bouw- en sloopsector gebouwen uit elkaar halen en weer voor nieuwbouw inzetten. De architect en ook degene die een nieuw gebouw wil, moet veel meer gaan snappen wat circulariteit is. Iedereen denkt altijd in nieuwe gebouwen en daar moeten we vanaf. We moeten gebouwen niet meer na tien tot vijftien jaar slopen. Dat moet anders en daar lopen we in de bouw- en sloopsector in voorop’, vertelt Arend.
Grondstoffen niet oneindig
Een nieuwe circulaire aanpak omarmen is een uitdaging in de bouwsector, want de bouw is kampioen in het maken van afval uit de sloop van gebouwen. Daar komt bij dat alles wat je nieuw nodig hebt aan grondstoffen zoals grind, zand, glas en staal veelal naar de bouw gaat. Alleen zijn deze grondstoffen niet oneindig verkrijgbaar.
R-ladder
‘Binnen Lagemaat werken we met de r-ladder. Deze ladder geeft in dertien stappen aan wat het meest effectief en circulair is om te doen. Als je die ladder betrekt op de sloop, dan is het meest circulair r0. Dit houdt in dat je het gebouw behoudt en niet tot sloop overgaat. In de traditionele lineaire keten zijn we als sloper helemaal naar voren gekropen. We zitten nu binnen de levensfases van een gebouw vaak net voor de architect. Voorheen werden we in de laatste maanden betrokken bij een gebouw dat veertig/vijftig jaar stond en gesloopt moest worden. Tegenwoordig nodigt een woon- of vastgoedcoöperatie ons al uit voordat ze een architect uitnodigen. Het eerste wat ik dan vaak zeg is dat het gebouw niet gesloopt moet worden, wat vaak wel een klinkende binnenkomer is. Uiteraard komt het toch vaak voor dat je een gebouw niet kunt behouden, dan daal je op de r-ladder naar r3 (re-use) en lager. Je haalt dan bijvoorbeeld de vloeren uit het pand voor hergebruik. R3 is 1:1 hergebruik en als je er dan nog dingen aan verandert wordt het r5 (refurbish)’, geeft Arend aan.